Transcription
Landelijk procesreglementWHOA zaken rechtbanken
InhoudsopgaveConsiderans . 51.Algemene bepalingen . 61.1.Strekking reglement . 61.2.Afwijken reglement . 61.3.Indiening van stukken . 61.4.Mogelijkheid van het digitaal indienen van stukken . 61.5.Aantal in te dienen exemplaren . 61.6.Bijlagen. 61.7.Vermelding zaak- en rekestnummer . 71.8.Griffierecht . 71.9.Behandeling van het verzoek . 71.10.Oproeping . 71.11.Verweer . 71.12.Mondelinge toelichting standpunten . 71.13.Indiening nadere stukken . 81.14.Pleitnotities . 81.15.Afdoening zonder zitting. 81.16.Verzoek om aanhouding van de behandeling . 81.17.Toevoeging . 81.18.Termijn uitspraak . 81.19.Verstrekken afschrift uitspraak . 81.20.Publicatie uitspraak . 92.Deponeren startverklaring en algemene vereisten voor een eerste verzoek . 102.1.Strekking . 102.2.Startverklaring . 102.2.1.Deponeren . 102.2.2.Aantal in te dienen exemplaren . 102.3.Eerste verzoek in het kader van een onderhands akkoord, algemenebepalingen . 102.3.1.Inhoud verzoek . 102.
2.3.2.3.Bijvoegen stukken . 10Aanwijzing van een herstructureringsdeskundige . 123.1.Strekking . 123.2.Verzoek tot aanwijzing herstructureringsdeskundige . 124.Verzoek om tussentijdse voorzieningen . 134.1.Strekking . 134.2.Verzoeken met betrekking tot een afkoelingsperiode (artikel 376 Fw). 134.2.1.Inhoud verzoek . 134.2.2.Verzoek om verlenging van de afkoelingsperiode . 134.2.3.Verzoek opheffing afkoelingsperiode . 134.2.4.Verzoek tot het treffen van voorzieningen ten tijde van deafkoelingsperiode (artikel 376 lid 9 Fw) . 134.3.Verzoek op de voet van artikel 379 Fw. 144.3.1.Inhoud verzoek . 144.3.2.Bijvoeging stukken . 145.Verzoeken op de voet van artikel 378 Fw en artikel 42a Fw . 155.1.Strekking . 155.2.Verzoek uitspraak over belangrijke aspecten op de voet van artikel 378 Fw . 155.2.1.Inhoud verzoek . 155.2.2.Bijvoeging stukken . 155.3.Verzoek op de voet van artikel 42a Fw . 165.3.1.6.Inhoud verzoek . 17Verzoek tot homologatie . 186.1.Strekking . 186.2.Verzoek tot homologatie . 186.2.1.Inhoud verzoek tot homologatie . 186.2.2.Bijvoeging stukken . 186.2.3.Deponeren stemverslag . 196.2.4.FwVerzoek wijziging/beëindiging overeenkomst op de voet van artikel 373196.2.5.Extra informatie over groep schuldenaren . 196.2.6.Stemmen door economisch gerechtigde (artikel 381 lid 4 Fw) . 206.2.7.Stemmen door certificaathouder of vruchtgebruiker (artikel 381 lid 5 Fw)203.
6.3.Verzoek tot afwijzing (artikel 383 lid 8 Fw) . 206.3.1.6.4.Inhoud verzoek . 20Behandeling van het verzoek . 206.4.1.Dagbepaling homologatiezitting . 206.4.2.Oproeping stemgerechtigde partijen . 207.Verzet tegen beslissing van de rechtbank in een openbare procedure op grondvan het ontbreken van internationale bevoegdheid . 227.1.Strekking . 227.2.Verzetrekest . 227.2.1.Inhoud verzetrekest. 227.2.2.Griffierecht. 227.2.3.Intrekking verzet . 227.3.Verweer . 227.3.1.Aantal in te dienen exemplaren . 227.3.2.Mondeling verweer . 227.4.Behandeling van het verzet . 227.4.1.Dagbepaling zitting . 237.4.2.Indiening nadere stukken . 237.4.3.Behandeling ter openbare terechtzitting . 238.Slotbepaling . 248.1.Vaststelling en inwerkingtreding . 248.2.Toepasselijkheid . 249.Bijlagen . 259.1.Bijlage I – Formulier startverklaring (artikel 370 lid 3) . 259.2.Bijlage II – Overzicht telefoonnummers . 274.
ConsideransVoor u ligt het Procesreglement Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) zakenrechtbanken.Dit procesreglement is tot stand gekomen in verband met de wijziging van deFaillissementswet (Fw) als gevolg van de inwerkingtreding van de WHOA op 1 januari2021. Dit procesreglement vindt zijn oorsprong in een initiatief vanuit het LandelijkOverleg van de Voorzitters Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) en Recofa. Hetprocesreglement is ontwikkeld door een voor dit project geïnitieerdeimplementatiewerkgroep. De Nederlandse Orde van Advocaten, INSOLAD, JIRA en KPMGzijn geconsulteerd.Op 1 september 2020 is door respectievelijk Recofa en het LOVCK&T deze versie van hetprocesreglement goedgekeurd, waarna – na akkoord van de presidentenvergadering –alle rechtbanken het procesreglement als eigen reglement hebben vastgesteld.Het reglement wordt gepubliceerd in de Staatscourant.Met het ontwikkelen van het procesreglement is beoogd een verdere bijdrage te leverenaan het harmoniseren van de werkwijze en werkprocessen van de verschillenderechtbanken in verzoekschriftprocedures in WHOA-zaken. Hierbij is het belang van dejustitiabele vooropgesteld. Daarnaast is gestreefd naar een zo goed mogelijke internewerkbaarheid.Vanwege de wijzigingen die met enige regelmaat in de tekst worden aangebracht, is hetbrondocument, behalve in de Staatscourant, te vinden op de n-juristen. Op de website staat altijd demeest recente versie van dit reglement, inclusief de inhoud van de hyperlinks die in degedrukte versie niet is weergegeven.Eerste versie, 24 november 20205.
1.Algemene bepalingen1.1.Strekking reglementDit procesreglement is van toepassing op de procesvoering in alle verzoeken in de zinvan de tweede afdeling van titel 4 van de Faillissementswet waarop de regels betreffendehet aanbieden en de homologatie van een onderhands akkoord van toepassing zijn.De bepalingen in dit hoofdstuk zijn van toepassing op alle hoofdstukken van ditprocesreglement.1.2.Afwijken reglementDe rechter kan, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, afwijken van ditreglement.1.3.Indiening van stukkenEen verzoek wordt schriftelijk gedaan, tenzij de wet anders bepaalt.Een verzoekschrift wordt ingediend en ondertekend door een advocaat indien dit zo isbepaald in artikel 5 Fw.Indiening van het verzoekschrift, verweerschrift, verzetrekest en overige stukkengeschiedt als volgt: door toezending per post aan de bevoegde rechtbank ter attentie van deinsolventiegriffie; ofdoor afgifte aan de Centrale Balie van de bevoegde rechtbank, ter attentie van deinsolventiegriffie.Indiening van stukken per e-mail is zonder voorafgaande toestemming niet mogelijk.De griffie is op werkdagen telefonisch bereikbaar van 8:30 tot 17:00 uur.1.4.Mogelijkheid van het digitaal indienen van stukkenDe rechtbank kan partijen in door de rechtbank bepaalde zaken in de gelegenheid stellenprocesstukken digitaal in te dienen. Hiervoor gelden de door de rechtbank bepaalderegels.1.5.Aantal in te dienen exemplarenHet verzoekschrift, verweerschrift of verzetrekest en de daarbij behorende stukkenworden in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en één exemplaarvoor iedere verzoeker, opposant of iedere andere belanghebbende.1.6.BijlagenIndien het verzoekschrift, verweerschrift of verzetrekest een bijlage of bijlagen bevat,wordt daarnaar uitdrukkelijk verwezen. De bijlagen worden genummerd. In eeneventueel volgend processtuk van een partij wordt bij de nummering van de bijlagen uithet vorige processtuk van die partij aangesloten. Indien het gaat om 10 of meer bijlagenwordt bovendien een overzicht bijgevoegd.6.
1.7.Vermelding zaak- en rekestnummerHet verzoekschrift of verzetrekest wordt ter griffie ingeschreven. Hieraan wordt eenzaak- en rekestnummer toegekend. Op alle correspondentie met en van de rechtbankwordt het zaak- en rekestnummer vermeld.1.8.GriffierechtPartijen zijn griffierecht verschuldigd, tenzij anders is bepaald in de Wet griffierechtenburgerlijke zaken.1.9.Behandeling van het verzoekVerzoeken aan de rechtbank worden in raadkamer behandeld, tenzij het akkoord wordtvoorbereid en aangeboden in het kader van een openbare akkoordprocedure buitenfaillissement.1.10. OproepingIndien het verzoek mondeling wordt behandeld, wordt de oproeping voor de behandelingvan het verzoek gedaan door de verzoeker, nadát de rechtbank hem heeft medegedeeldtegen welke datum en welk tijdstip de schuldenaar (in geval deze niet de verzoeker is)en andere belanghebbenden moeten worden opgeroepen. De keuze voor de wijze vanoproeping is aan verzoeker, waarbij verzoeker bij niet-verschijnen van een partijinzichtelijk zal moeten maken dat kenbaar is opgeroepen (bijvoorbeeld door overleggingvan een exploot).1.11. VerweerEen schriftelijk verweer houdende de standpunten moet, voor zover niet anders bepaaldin de wet, uiterlijk twee dagen voor de behandeling in meervoud worden ingediend: tweeexemplaren voor de rechtbank en één exemplaar voor iedere verzoeker en iedere anderebelanghebbende.Indien het verweerschrift een bijlage of bijlagen bevat, wordt daarnaar in hetverweerschrift uitdrukkelijk verwezen.1.12. Mondelinge toelichting standpuntenVerzoeker, verweerder of belanghebbende die een natuurlijk persoon is, kan in persoonof bij gevolmachtigde bij de mondelinge behandeling verschijnen. Een rechtspersoonwordt vertegenwoordigd door een daartoe bevoegde bestuurder, een andere daartoe inde statuten aangewezen persoon of een daartoe gevolmachtigde. Indien alleen degevolmachtigde (niet zijnde een advocaat) verschijnt, worden de originele volmacht enhet legitimatiebewijs van de gevolmachtigde getoond en een kopie van hetlegitimatiebewijs van de volmachtgever.Bij mondelinge toelichting van de standpunten kunnen bewijsstukken wordentoegestuurd of overgelegd ter ondersteuning van dit verweer.Bewijsstukken worden in meervoud overlegd: twee exemplaren voor de rechtbank en éénexemplaar voor iedere andere belanghebbende.7.
1.13. Indiening nadere stukkenBewijs- en andere stukken waarop partijen zich tijdens de mondelinge behandeling willenberoepen worden zo spoedig mogelijk doch uiterlijk twee dagen voor de mondelingebehandeling in meervoud ingediend: twee exemplaren voor de rechtbank en éénexemplaar voor iedere andere belanghebbende.1.14. PleitnotitiesPartijen kunnen tijdens de mondelinge behandeling korte spreekaantekeningen(maximaal 2 pagina’s, maximaal 10 minuten) voordragen en overleggen.1.15. Afdoening zonder zittingDe rechtbank kan zonder dat hiertoe een mondelinge behandeling wordt bepaald op hetverzoek beslissen, indien de verzoeker, de schuldenaar en de iedere anderebelanghebbende de rechtbank schriftelijk hebben laten weten hiermee in te stemmen.1.16. Verzoek om aanhouding van de behandelingEen verzoek tot aanhouding van de behandeling kan op de volgende wijze wordengedaan: door de verzoeker: schriftelijk en gemotiveerd onder vermelding van deklemmende redenen, uiterlijk twee dagen voorafgaande aan de (mondelinge)behandeling tot 17:00 uur; ofdoor verweerder of andere belanghebbende(n): schriftelijk en gemotiveerd, ondervermelding van de klemmende redenen, uiterlijk twee dagen voorafgaande aan de(mondelinge) behandeling tot 17:00 uur; ofdoor partijen gezamenlijk: schriftelijk voorafgaande aan de (mondelinge)behandeling of mondeling tijdens de mondelinge behandeling.1.17. ToevoegingIndien een voor de zaak geldende toevoeging is verleend, wordt de toevoeging bij hetverzoekschrift, verweerschrift of verzetrekest gevoegd. Indien een toevoeging isaangevraagd maar nog niet of nog niet definitief is verleend, wordt een kopie van deaanvraag bij het verzetrekest of verweerschrift gevoegd en wordt in de kop daarvanvermeld dat een toevoeging is aangevraagd.1.18. Termijn uitspraakTijdens de mondelinge behandeling wordt gemeld op welke datum en op welk tijdstipuitspraak wordt gedaan. Als uitgangspunt geldt dat binnen vijf werkdagen na demondelinge behandeling uitspraak wordt gedaan.Bij een schriftelijke behandeling van het verzoek wordt in beginsel binnen vijf werkdagenuitspraak gedaan.1.19. Verstrekken afschrift uitspraakEen afschrift van de uitspraak wordt zo spoedig mogelijk aan de verzoeker, deschuldenaar, andere opgeroepen partijen en, in voorkomende gevallen, aan deherstructureringsdeskundige of observator verstrekt.8.
1.20. Publicatie uitspraakDe griffier van de rechtbank draagt zorg voor alle door de Faillissementswet vereistepublicaties.9.
2.Deponeren startverklaring en algemene vereisten voor een eersteverzoek2.1.StrekkingDit hoofdstuk bevat regels voor het deponeren van de startverklaring en de algemenevereisten voor een eerste verzoek.2.2.Startverklaring2.2.1.DeponerenDe schuldenaar deponeert kosteloos een verklaring ter griffie (van de relatief bevoegderechtbank) waaruit blijkt dat hij start met de voorbereiding van een akkoord.2.2.2.Aantal in te dienen exemplarenEen startverklaring wordt schriftelijk en in meervoud ingediend: twee exemplaren voorde rechtbank. Het indienen geschiedt middels het invullen van het formulier zoalsopgenomen in bijlage I.2.3. Eerste verzoek in het kader van een onderhands akkoord, algemenebepalingen2.3.1.Inhoud verzoekEen eerste verzoekschrift vermeldt ten minste: voornamen, naam en woonplaats of, bij gebreke van een woonplaats inNederland, het werkelijk verblijf van de verzoeker, alsmedeeen duidelijke omschrijving van het verzoek en de gronden waarop het berust,waaronder de gronden voor de relatieve bevoegdheid van de rechter, alsmedede keuze voor de openbare of besloten procedure, alsmedede grondslag voor de rechtsmacht van de Nederlandse rechter. alsmedeindien van toepassing: het verplaatsen van de zetel van de schuldenaar voorzover dat heeft plaatsgevonden in de drie maanden voorafgaand aan het verzoek,alsmedeindien van toepassing: het telefoonnummer van de behandelend advocaat.In de kop van het verzoekschrift wordt de aard van het verzoek vermeld en dewetsbepaling waarop het berust.2.3.2.Bijvoegen stukkenBij het verzoekschrift worden de volgende stukken en uittreksels gevoegd die niet oudermogen zijn dan één maand:a. indien de schuldenaar een naamloze vennootschap (NV), een beslotenvennootschap (BV), een coöperatieve vereniging of een buitenlandserechtspersoon is: een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer vanKoophandel. indien de vennootschap ook een of meer filialen heeft, zomogelijk ook een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamervan Koophandel van die (buitenlandse) vestiging(en);10.
b.c.d.e.indien de bestuurder van de vennootschap een rechtspersoon is, eenorigineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer van Koophandelvan deze rechtspersoon, en van de eventuele rechtspersonen die dezerechtspersoon besturen, totdat een natuurlijk persoon als bestuurder wordtgenoemd.indien de schuldenaar een vennootschap onder firma of een commanditairevennootschap is: een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer vanKoophandel; een origineel uittreksel uit de Basisregistratie Personen per vennoot; indien één of meer vennoten van de vennootschap een rechtspersoon is,een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer vanKoophandel van deze rechtspersoon, en van de eventuele rechtspersonendie deze rechtspersoon besturen, totdat een natuurlijk persoon alsbestuurder wordt genoemd.indien de schuldenaar een natuurlijk persoon met een zelfstandig bedrijf of beroepis. een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer vanKoophandel; een origineel uittreksel van de basisregistratie personen.een lijst met belanghebbenden bij het verzoek.indien de schuldenaar een vereniging of stichting is: een origineel of digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer vanKoophandel; een (door de notaris) gewaarmerkte kopie van de statuten; bij een vereniging: de originele notulen van de algemene ledenvergaderingwaaruit blijkt van de opdracht van deze vergadering aan het bestuur tothet aanbieden van een akkoord. Indien de bevoegdheid tot het aanbiedenvan een akkoord in de statuten is toegekend aan een ander orgaan van devereniging dient het originele besluit van dat orgaan tot het aanbieden vaneen akkoord te worden overgelegd; indien degene die het verzoekschrift indient een gevolmachtigde is en nietde bevoegde bestuurder, de door het bestuur verstrekte volmacht aandeze persoon en een kopie van het legitimatiebewijs van devolmachtgever; indien de bestuurder van de vereniging een rechtspersoon is, een origineelof digitaal gewaarmerkt uittreksel van de Kamer van Koophandel van dezerechtspersoon, en van de eventuele rechtspersonen die deze rechtspersoonbesturen, totdat een natuurlijk persoon als bestuurder wordt genoemd.De rechtbank kan om toezending van aanvullende stukken verzoeken.11.
3.Aanwijzing van een herstructureringsdeskundige3.1.StrekkingDit hoofdstuk bevat regels voor de behandeling van verzoekschriften die strekken totaanwijzing van een herstructureringsdeskundige zoals bedoeld in artikel 371 Fw.3.2.Verzoek tot aanwijzing herstructureringsdeskundigeHet verzoekschrift vermeldt: indien het verzoek het eerste verzoek is de gegevens als vermeld in artikel 2.3;de gronden waarop gesteld wordt dat de schuldenaar verkeert in een toestand exartikel 370 lid 1 Fw, dan wel dat het verzoek gesteund wordt door de meerderheidvan de schuldeisers;ten minste twee en maximaal drie namen van mogelijke te benoemenherstructureringsdeskundigen, waarbij het verzoekschrift offertes voor de kostenverbonden aan de benoeming van de herstructureringsdeskundige bevat. Slechtsindien alle bij het verzoek betrokken partijen het eens zijn, kan met het noemenvan één herstructureringsdeskundige en het overleggen van één offerte wordenvolstaan.12.
4.Verzoek om tussentijdse voorzieningen4.1.StrekkingDit hoofdstuk bevat regels voor de behandeling van verzoeken die strekken tot hetgelasten van tussentijdse voorzieningen door de rechtbank op de voet van artikel 376 en379 Fw.4.2.Verzoeken met betrekking tot een afkoelingsperiode (artikel 376 Fw)4.2.1.Inhoud verzoekHet verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode bevat: 4.2.2.indien het verzoek het eerste verzoek is op basis van deze afdeling de gegevensals vermeld in artikel 2.3;indien het verzoek wordt ingediend door de schuldenaar: vermelding van dedatum en registratiegegevens van de startverklaring als bedoeld in artikel 2.2;vermelding dat (i) een akkoord is aangeboden, of (ii) binnen twee maandenaangeboden zal worden, of (iii) een herstructureringsdeskundige is aangewezen;toelichting over de noodzaak voor het gelasten van een afkoelingsperiode enonderbouwing dat de gezamenlijke schuldeisers niet wezenlijk in hun belangenworden geschaad;vermelding of om opheffing van beslagen wordt verzocht en de aard, de omvangen de impact van de beslagen;lijst van belanghebbenden.Verzoek om verlenging van de afkoelingsperiodeEen verzoek om verlenging van de afkoelingsperiode bevat: 4.2.3.vermelding of het akkoord tot stand wordt gebracht in een openbare of eenbesloten procedure;een afschrift van de eerste beslissing over de afkoelingsperiode; onderbouwingdat belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord danwel vermelding dat een verzoek tot homologatie is ingediend;vermelding of het centrum van de voornaamste belangen van de schuldenaar isverplaatst in de drie maanden voorafgaand aan het verzoek.Verzoek opheffing afkoelingsperiodeHet verzoek tot opheffing van de afkoelingsperiode bevat: 4.2.4.9 Fw)vermelding van de hoedanigheid van de verzoeker;onderbouwing dat niet meer aan de vereisten wordt voldaan van artikel 376 lid 1en 4.Verzoek tot het treffen van voorzieningen ten tijde van de afkoelingsperiode (artikel 376 lidHet verzoek kan worden ingediend door derden, beslagleggers en schuldeisers in de zinvan artikel 376 lid 9 Fw.Dit verzoek bevat:13.
vermelding van de hoedanigheid van verzoeker;kopie van het ingediende faillissementsverzoek of het beslag exploot; ofonderbouwing van het zekerheidsrecht waarop een beroep wordt gedaan, dan weleen bewijs van hun belang.4.3.Verzoek op de voet van artikel 379 Fw4.3.1.Inhoud verzoekHet verzoek op de voet van artikel 379 Fw bevat: 4.3.2.indien het verzoek het eerste verzoek is op basis van deze afdeling devoorschriften uit artikel 2.3;toelichting over de hoedanigheid en bevoegdheid van de verzoeker:o indien het verzoek wordt ingediend door de schuldenaar: vermelding vande datum en registratiegegevens van de startverklaring als bedoeld inartikel 2.2;o indien het verzoek wordt ingediend door de herstructureringsdeskundige:een afschrift van de uitspraak waarbij hij is aangewezen alsherstructureringsdeskundige;een duidelijke omschrijving van de gevraagde voorzieningen;een toelichting waarom de gevraagde voorzieningen nodig zijn ter beveiliging vande belangen van de schuldeisers en aandeelhouders.Bijvoeging stukkenBij het verzoekschrift worden de stukken, voor zover van toepassing, gevoegd zoalsgenoemd in artikel 4.2.2. De rechtbank kan om toezending van aanvullende stukkenverzoeken.14.
5.Verzoeken op de voet van artikel 378 Fw en artikel 42a Fw5.1.StrekkingDit hoofdstuk bevat regels voor de behandeling van verzoeken aan de rechtbank omuitspraak te doen over belangrijke aspecten en verzoeken die strekken tot het verkrijgenvan een machtiging voor het verrichten van een rechtshandeling.5.2.FwVerzoek uitspraak over belangrijke aspecten op de voet van artikel 3785.2.1.Inhoud verzoekEen verzoek op de voet van artikel 378 Fw bevat: indien het verzoek het eerste verzoek is op basis van deze afdeling de gegevensals vermeld in artikel 2.3;toelichting over de hoedanigheid en bevoegdheid van de verzoeker:o indien het verzoek wordt ingediend door de schuldenaar: vermelding vande datum en registratiegegevens van de startverklaring als bedoeld inartikel 2.2 van dit reglement;o indien het verzoek wordt ingediend door de herstructureringsdeskundige:een afschrift van de uitspraak waarbij hij is aangewezen alsherstructureringsdeskundige;een duidelijke omschrijving van het aspect waar een uitspraak over wordtverzocht en het belang daarvan in het kader van de totstandkoming van hetakkoord.Indien er meerdere verzoeken op grond van artikel 378 Fw worden ingediend, dienendeze gezamenlijk in één verzoekschrift te worden aangebracht.5.2.2.Bijvoeging stukkenVoor een verzoek als bedoeld in artikel 378 lid 1 sub a Fw wordt voor zover vantoepassing en aanwezig bijgevoegd: informatie over de financiële positie van de schuldenaar, waaronder in iedergeval:o de jaarrekeningen van de afgelopen drie boekjaren;o een actuele staat van baten en lasten, door weergave van de actuelebalans en winst- en verliesrekening, inclusief eventueel niet uit de balansblijkende verplichtingen;o een waardering van de onderneming e
implementatiewerkgroep. De Nederlandse Orde van Advocaten, INSOLAD, JIRA en KPMG zijn geconsulteerd. Op 1 september 2020 is door respectievelijk Recofa en het LOVCK&T deze versie van het procesreglement goedgekeurd, waarna - na akkoord van de presidentenvergadering - alle rechtbanken het procesreglement als eigen reglement hebben vastgesteld.
